Een Yogi houdt van Zijn

De kern van Yogi-zijn is niet dat jij weet wat dat is of hoe dat moet, en of je dat al kunt – maar dat jij onvoorwaardelijk houdt van Zijn. Je kan wel snappen dat we niet eens ‘uit Zijn’ kunnen, maar wil jij van Zijn houden? Daardoor ben jij een Yogi en de rest is de uitvoering daarvan. De ‘uitvoering’ is minder belangrijk dan jouw onvoorwaardelijke liefde voor Zijn, want precies dat is de yoga, je vereniging met ‘het ene’ al. Alle methoden vallen weg in, of wijzen hoogstens naar méér houden van Zijn dan van je psyche.

Yogi-zijn, onvoorwaardelijk houden van Zijn, is een gekke, riskante verliefdheid: Zijn is jouw geliefde en alles wat je geliefde doet en wil, vind jij prachtig. Je wilt niets liever dan jezelf geven aan je geliefde, aan Zijn. Je wilt helemaal één Zijn. Yogischap is dus ook een soort seks met Zijn, waarbij Zijn álles voor jou is. Yogi-zijn is overgave aan Zijn. Voor jou kan dit alleen goed aflopen als jij dit écht wilt. Overgave aan Zijn is niet dat jij een lappenpopje in de wasmachine wordt; alles wat jij op het Yogipad doet, is jouw wilsbesluit en alleen zo kan het kloppen en voel je je ook van binnenuit een Yogi.

Dit is voor mij juist het fantastische: Yogi spreekt door mij en ik kan écht een Yogi zijn, Zijn belichamen omdat ik ervan houd en ik dat wil. Deze verliefdheid is ook nog eens heel lekker. Die lekkerte van tot over je oren verliefd zijn is de energie die je helpt om te leven als een Yogi.

Verliefdheid op Zijn is de brug waardoor je je psyche-oriëntatie kunt loslaten. Je psyche kent verliefdheid óók, als een soort van gekke uitzonderingstoestand waarbij je jouw defensies laat vallen tegen beter weten in omdat je geliefde wel zó aantrekkelijk voor je is dat je dit ineens durft. Bij het magnetisme van verliefdheid draait het kompas van je psyche dol, en zo raak je vanzelf je psyche-oriëntatie kwijt. Je komt in een ‘ongerepareerde’ maar heerlijke toestand; je kunt je gezicht niet meer strak houden als je denkt aan je geliefde, je psyche is je niet meer de baas. Met je geliefde is voor jou alles mogelijk.

Die aantrekkingskracht van je verliefdheid, de erkenning ervan en jouw beslissing dat je dit wilt – dat jij jezelf aan Zijn wilt geven – zijn nodig om je koers te houden en Zijn te blijven herkennen, terwijl je psyche vervolgens alle mogelijke voorwaarden en twijfels in stelling brengt. Dat is je psyche gewend want die zegt eigenlijk altijd: ‘ja-maar dít zou zo niet moeten zijn’ – terwijl jij als Yogi juist het zo-Zijn van al jouw gevoelens en elke situatie omhelst, en zo in een verlichte Zijnswerkelijkheid leeft.